Onderstaande poster wordt op de posterbeurs aanstaande woensdag 18 juni 2014 voorgesteld.
Delphine's SLO blog
dinsdag 17 juni 2014
vrijdag 6 juni 2014
GIP (DCO)
Ik koos voor een good
practice uit 6 industriële wetenschappen op EDUGO, Campus Glorieux te Oostakker. De GIP handelt
over de waterzuivering in een chemische bedrijf in
het Gentse, Taminco. Dit sluit ergens aan bij mijn vooropleiding, namelijk farmaceutische en biologische laboratoriumtechnologie.
Deze GIP heeft een duidelijke structuur, opbouw en
samenhang. Qua lay-out en structuur vertoont het sterke gelijkenissen met
mijn bachelorproef. De leerlingen worden duidelijk voorbereid op een opleiding
aan de hogeschool.
Globaal
gezien is er een inleiding, midden en slot aanwezig.
De GIP start met een voorwoord, hierin wordt het doel van de GIP toegelicht en is er ruimte voor een dankwoord. Nadien volgt de inhoudsopgave. Deze wordt weergegeven volgens de vooropgestelde normen, die ook op de hogeschool worden gevolgd.
De GIP start met een voorwoord, hierin wordt het doel van de GIP toegelicht en is er ruimte voor een dankwoord. Nadien volgt de inhoudsopgave. Deze wordt weergegeven volgens de vooropgestelde normen, die ook op de hogeschool worden gevolgd.
Het midden van de GIP zelf is
het theoretische en praktische gedeelte. Er wordt gestart met een omschrijving
van het begrip pH. Nadien wordt de waterzuivering in Taminco beschreven, gevolgd
door de stalenanalysen. Hierbij worden de gebruikte methoden beschreven. Deze onderdelen
van de GIP zijn gebaseerd op literatuurstudie en bedrijfsbezoeken in
Taminco. Het laatste onderdeel bevat een proef, dit betreft een analyse dat de leerling zelfstandig, onder begeleiding, uitvoerde.
In het besluit wordt de ervaring bij het maken van een GIP beschreven. Als besluit lijkt me een conclusie over de gedane analyse meer op zijn plaats, anderzijds is het de doelstelling dat de leerlingen bewijzen dat ze bekwaam zijn een belangrijk deel van de leerstof te verwerken. In het kader hiervan is reflectie over dit proces belangrijk en kan worden opgenomen als besluit. Hieruit blijkt dat de leerling oprecht geïnteresseerd is en graag een professionele bachelor chemie wil aanvatten.
Er is een correct weergegeven trefwoordenlijst, bibliografie en online bronnenlijst aanwezig. Ik mis wel de bronvermeldingen in de GIP zelf. Echter, aangezien er veel uit de cursus chemie komt is dit minder zinvol.
Tenslotte is ook een lijst met emailverkeer, fotolijst en bijlagelijst opgenomen in de GIP.
Naast de GIP werd er ook een pre-GIP gemaakt waarvan het onderwerp aansluit bij de GIP en hierbij werd toegevoegd. De pre-GIP handelt over anomalieën van water. Het heeft dezelfde structuur als de GIP, enkel wordt dit in tweevoud gemaakt. Naast de Nederlandstalige versie is er een Engelstalige versie. Dit is een troef, zeker in wetenschappen. Wetenschappelijke artikels zijn vaak Engelstalig, dit is een goede voorbereiding naar het hoger onderwijs toe.
In het besluit wordt de ervaring bij het maken van een GIP beschreven. Als besluit lijkt me een conclusie over de gedane analyse meer op zijn plaats, anderzijds is het de doelstelling dat de leerlingen bewijzen dat ze bekwaam zijn een belangrijk deel van de leerstof te verwerken. In het kader hiervan is reflectie over dit proces belangrijk en kan worden opgenomen als besluit. Hieruit blijkt dat de leerling oprecht geïnteresseerd is en graag een professionele bachelor chemie wil aanvatten.
Er is een correct weergegeven trefwoordenlijst, bibliografie en online bronnenlijst aanwezig. Ik mis wel de bronvermeldingen in de GIP zelf. Echter, aangezien er veel uit de cursus chemie komt is dit minder zinvol.
Tenslotte is ook een lijst met emailverkeer, fotolijst en bijlagelijst opgenomen in de GIP.
Naast de GIP werd er ook een pre-GIP gemaakt waarvan het onderwerp aansluit bij de GIP en hierbij werd toegevoegd. De pre-GIP handelt over anomalieën van water. Het heeft dezelfde structuur als de GIP, enkel wordt dit in tweevoud gemaakt. Naast de Nederlandstalige versie is er een Engelstalige versie. Dit is een troef, zeker in wetenschappen. Wetenschappelijke artikels zijn vaak Engelstalig, dit is een goede voorbereiding naar het hoger onderwijs toe.
Zoals bovenstaande figuur is de GIP een puzzel waarvoor er verschillende puzzelstukjes in elkaar vallen.
Voor de realisatie van een GIP moeten de geziene leerinhouden op een correcte manier aan elkaar gekoppeld worden.
Niet enkel de samenhang van de leerinhouden komt aan bod maar ook veel vakoverschrijdende eindtermen. Zo moet de leerling zelfstandig contacten leggen met een bedrijf (hier Taminco). Communicatie is bijgevolg heel belangrijk, zowel naar het bedrijf toe als naar de begeleiders vanuit de school.
Bij de uitvoering van de analyse leert de leerling zelfstandig werken en werk te plannen. Zo moeten bijvoorbeeld alle nodige reagentia aanwezig zijn.
Het is ook een troef voor de leerling om over een bepaald gebied meer te ontdekken. Op deze manier kan de leerling zich reeds een beeld vormen wat een bepaald beroep, zoals laborant, inhoudt. Dit is enerzijds mogelijk bij de realisatie van de GIP op zichzelf, anderzijds wordt er ook de mogelijkheid gecreëerd om met mensen in het werkveld in dialoog te gaan.
Het maken van een GIP is bijgevolg een goede leerschool, zowel voor leerlingen die als doel hebben verder te studeren als voor leerlingen die in het beroepsleven willen stappen.
Voor de realisatie van een GIP moeten de geziene leerinhouden op een correcte manier aan elkaar gekoppeld worden.
Niet enkel de samenhang van de leerinhouden komt aan bod maar ook veel vakoverschrijdende eindtermen. Zo moet de leerling zelfstandig contacten leggen met een bedrijf (hier Taminco). Communicatie is bijgevolg heel belangrijk, zowel naar het bedrijf toe als naar de begeleiders vanuit de school.
Bij de uitvoering van de analyse leert de leerling zelfstandig werken en werk te plannen. Zo moeten bijvoorbeeld alle nodige reagentia aanwezig zijn.
Het is ook een troef voor de leerling om over een bepaald gebied meer te ontdekken. Op deze manier kan de leerling zich reeds een beeld vormen wat een bepaald beroep, zoals laborant, inhoudt. Dit is enerzijds mogelijk bij de realisatie van de GIP op zichzelf, anderzijds wordt er ook de mogelijkheid gecreëerd om met mensen in het werkveld in dialoog te gaan.
Het maken van een GIP is bijgevolg een goede leerschool, zowel voor leerlingen die als doel hebben verder te studeren als voor leerlingen die in het beroepsleven willen stappen.
Jaarplannen (DCO)
Een
jaarplan is een werk- en planningsdocument waarin de timing, inhouden en
doelstellingen van het leerplan worden opgenomen.
Het dwingt je als leerkracht actief na te denken over de realistische planning van het jaar. Hierbij is belangrijk de nodige tijd en aandacht te besteden aan de opbouw van dit werkdocument. De samenhang tussen de verschillende leerinhouden wordt beter zichtbaar waardoor je de volgorde kan bepalen en deze bijgevolg op een structurele manier kan overbrengen naar de leerlingen.
Door het opstellen van het jaarplan bewaak je de samenhang en continuïteit in het leerproces van de leerlingen, schooljaargebonden als over de schooljaren heen. Het maakt ook vakoverschrijdende samenwerking met collega’s mogelijk. Tenslotte zorgt dit ervoor dat een interimaris een leidraad heeft. Het is duidelijk wat reeds gezien werd, wat nog moet gezien worden en welke timing hiervoor is uitgetrokken.
Het sterktepunt van een jaarplan is dat het een groeidocument is dat continu wordt bijgewerkt. Zo vermindert enerzijds de planlast over de jaren heen en wordt er anderzijds efficiënter en effectiever gewerkt. Door de continue aanpassingen op basis van ervaringen, nieuwe afspraken of de schoolkalender worden de inhouden en de doelstellingen van het leerplan zo optimaal mogelijk gerealiseerd.
Het dwingt je als leerkracht actief na te denken over de realistische planning van het jaar. Hierbij is belangrijk de nodige tijd en aandacht te besteden aan de opbouw van dit werkdocument. De samenhang tussen de verschillende leerinhouden wordt beter zichtbaar waardoor je de volgorde kan bepalen en deze bijgevolg op een structurele manier kan overbrengen naar de leerlingen.
Door het opstellen van het jaarplan bewaak je de samenhang en continuïteit in het leerproces van de leerlingen, schooljaargebonden als over de schooljaren heen. Het maakt ook vakoverschrijdende samenwerking met collega’s mogelijk. Tenslotte zorgt dit ervoor dat een interimaris een leidraad heeft. Het is duidelijk wat reeds gezien werd, wat nog moet gezien worden en welke timing hiervoor is uitgetrokken.
Het sterktepunt van een jaarplan is dat het een groeidocument is dat continu wordt bijgewerkt. Zo vermindert enerzijds de planlast over de jaren heen en wordt er anderzijds efficiënter en effectiever gewerkt. Door de continue aanpassingen op basis van ervaringen, nieuwe afspraken of de schoolkalender worden de inhouden en de doelstellingen van het leerplan zo optimaal mogelijk gerealiseerd.
Ik
bestudeerde een jaarplan biologie uit het 3de jaar richting
wetenschappen (2u/w) uit mijn stageschool. Deze jaarplanning is gebaseerd op
het leerplan biologie 2de graad ASO 2u/w VVKSO met leerplannummer D/2012/7841/004.
Op deze
school zijn alle planningsdocumenten conform de regels van de school, zo is er uniformiteit tussen de verschillende documenten. Deze documenten komen op smartschool, er wordt bijgevolg transparant gewerkt.
Het document dat ik kon inzien is het persoonlijk planningsdocument van
de vakleerkracht. Zij kiest ervoor zelf een planning te maken en
dit nadien om te zetten in het schooldocument.
Het
document start met de vermelding van het schooljaar, gevolgd door het leerplan,
de klas en de vakleerkracht. Het jaarplan is verticaal ingedeeld in de
schooltrimesters.
Horizontaal is het jaarplan ingedeeld
in:
- Periode (timing)
- Leerinhouden
- Didactische werkvormen (naast onderwijsleergesprek, powerpoint, oefeningen, proeven, filmfragmenten)
- Leerplandoelstellingen
- Gemeenschappelijke eindtermen wetenschappen
- Vakgebonden eindtermen biologie
- Specifieke eindtermen biologie 2de graad
- Vakoverschrijdende
eindtermen
Deze jaarplanning is een good practice. Het is duidelijk wanneer er aan welke eindtermen gewerkt wordt. Spreiding hiervan is vlot te overzien. De eindtermen en leerplandoelstellingen worden vermeld aan de hand van een nummer. Reeds op de jaarplanning wordt nagedacht over de didactische werkvormen. Dit is zeker een meerwaarde als er extra materiaal voorzien moet worden. Of als er een gastspreker wordt uitgenodigd. Door hierover op voorhand na te denken kan je dit inplannen in samenspraak met collega's.
De VOETEN worden enkel vermeld bij de extra activiteiten of opdrachten.
Tenslotte viel me op dat de extra's en de verdiepingsdoelstellingen in een andere kleur worden weergegeven. Dit zorgt ervoor dat het overzicht bewaard blijft. Als er door omstandigheden iets geschrapt moet worden, moet je niet de uitgeschreven leerplandoelstellingen opzoeken in het jaarplan. Ook zijn uitbreidingsleerinhouden die niet aan bod kwamen letterlijk doorstreept, op deze manier kan je nadien gemakkelijker reflecteren.
Ik kan hieruit besluiten dat een jaarplan heel belangrijk is, zowel voor een beginnende leerkracht als een meer ervaren leerkracht. Het dwingt je na te denken over je planning, dit is zowel een voordeel voor jezelf als naar de leerlingen toe.
De VOETEN worden enkel vermeld bij de extra activiteiten of opdrachten.
Tenslotte viel me op dat de extra's en de verdiepingsdoelstellingen in een andere kleur worden weergegeven. Dit zorgt ervoor dat het overzicht bewaard blijft. Als er door omstandigheden iets geschrapt moet worden, moet je niet de uitgeschreven leerplandoelstellingen opzoeken in het jaarplan. Ook zijn uitbreidingsleerinhouden die niet aan bod kwamen letterlijk doorstreept, op deze manier kan je nadien gemakkelijker reflecteren.
Ik kan hieruit besluiten dat een jaarplan heel belangrijk is, zowel voor een beginnende leerkracht als een meer ervaren leerkracht. Het dwingt je na te denken over je planning, dit is zowel een voordeel voor jezelf als naar de leerlingen toe.
dinsdag 3 juni 2014
Handelingsgericht werken in het Sint-Laurensinstituut (PP PPC/BEG)
In het kader van de PP-opdracht voor PPC en begeleiding interviewden Jarno, Charlotte en ik Leen. Leen geeft reeds 11 jaar wiskunde in het Sint-Laurensinstituut te Zelzate. We toetsten de 7 principes van handelingsgericht werken af aan de praktijk in deze school.
Veel kijk- en luistergenot!
donderdag 29 mei 2014
Observatiestage Sint-Pietersinstituut
Op het Sint-Pietersinstituut had ik twee vakmentoren, ik ging bijgevolg bij beide observeren. Ik gaf biologie en chemie in de 3de graad, bij de wetenschappen en economie.
Het was best een raar gevoel, stage lopen op de school waar ik zelf mijn middelbare schooltijd beleefde. Veel herinneringen kwamen bijgevolg naar boven. Het voelde goed, terug te zijn in deze vertrouwde omgeving. Echter, net zoals in mijn leven is ook hier de tijd niet blijven stilstaan.
Het was me direct duidelijk dat er tussen beide stagescholen een groot verschil is. In het MUDA zijn de klasgroepen klein, een groep van 26 leerlingen is daar een uitzondering terwijl dit hier eerder de regel is. Dit heeft vele gevolgen, zo is het als leraar moeilijker te differentiëren. De vaklokalen biologie en chemie zijn niet voorzien op zo grote groepen, iedereen kan juist een plaatsje vinden. Dit maakt het moeilijker om activerende werkvormen toe te passen of groepjes te vormen.
De sfeer op het MUDA en Sint-Pieters is ook helemaal anders. De leerlingen op het MUDA hebben bijna één voor één een passie waar ze ten volle voor gaan namelijk muziek, dans of drama. Ondanks dit gegeven merkte ik geen desinteresse bij de leerlingen voor natuurwetenschappen. In het derde jaar kwam dit wel iets naar boven.
Dit in tegenstelling met de desinteresse van leerlingen in de observatiestage in de richting economie. Het contrast met de wetenschappen is enorm, daar kan je nooit genoeg vertellen en blijven de vragen maar komen. Het enthousiasme van de leerlingen straalt op jou af en uiteraard omgekeerd.
Het moet wel gezegd zijn dat het er veel meer verwacht wordt van de leerlingen in economie ten opzichte van leerlingen in het KSO. In een economische richting krijgen de leerlingen chemie, biologie en fysica terwijl in het KSO 2 uur natuurwetenschappen in het lesprogramma aanwezig is.
Het was best een raar gevoel, stage lopen op de school waar ik zelf mijn middelbare schooltijd beleefde. Veel herinneringen kwamen bijgevolg naar boven. Het voelde goed, terug te zijn in deze vertrouwde omgeving. Echter, net zoals in mijn leven is ook hier de tijd niet blijven stilstaan.
Het was me direct duidelijk dat er tussen beide stagescholen een groot verschil is. In het MUDA zijn de klasgroepen klein, een groep van 26 leerlingen is daar een uitzondering terwijl dit hier eerder de regel is. Dit heeft vele gevolgen, zo is het als leraar moeilijker te differentiëren. De vaklokalen biologie en chemie zijn niet voorzien op zo grote groepen, iedereen kan juist een plaatsje vinden. Dit maakt het moeilijker om activerende werkvormen toe te passen of groepjes te vormen.
De sfeer op het MUDA en Sint-Pieters is ook helemaal anders. De leerlingen op het MUDA hebben bijna één voor één een passie waar ze ten volle voor gaan namelijk muziek, dans of drama. Ondanks dit gegeven merkte ik geen desinteresse bij de leerlingen voor natuurwetenschappen. In het derde jaar kwam dit wel iets naar boven.
Dit in tegenstelling met de desinteresse van leerlingen in de observatiestage in de richting economie. Het contrast met de wetenschappen is enorm, daar kan je nooit genoeg vertellen en blijven de vragen maar komen. Het enthousiasme van de leerlingen straalt op jou af en uiteraard omgekeerd.
Het moet wel gezegd zijn dat het er veel meer verwacht wordt van de leerlingen in economie ten opzichte van leerlingen in het KSO. In een economische richting krijgen de leerlingen chemie, biologie en fysica terwijl in het KSO 2 uur natuurwetenschappen in het lesprogramma aanwezig is.
De inzichten die ik bij de observatie waarnam, kan u in onderstaande mindmap terugvinden. Dit is ook mogelijk via deze link.
maandag 26 mei 2014
Observatiestage MUDA
Voor en tijdens de lesstage in het MUDA
te Evergem ging ik de klassen waar ik les aan gaf, observeren. Dit deel van de
stage is belangrijk, op deze manier kan je de beginsituatie van de leerlingen
en de klasgroep inschatten.
Aangezien dit mijn eerste stage was, was de observatie van klasmanagement ook heel belangrijk. Door het observeren van de groepsdynamica, samengaand met de aanpak van de vakmentor, kan je de situatie in je eigen les beter inschatten en reeds op voorhand nadenken hoe de les kan verlopen. Je kan ook al reeds enkele namen van de leerlingen memoriseren.
Het inschatten van de (individuele) onderwijsbehoeften is niet altijd eenvoudig, door de observatie kom je reeds veel te weten.
Aangezien dit mijn eerste stage was, was de observatie van klasmanagement ook heel belangrijk. Door het observeren van de groepsdynamica, samengaand met de aanpak van de vakmentor, kan je de situatie in je eigen les beter inschatten en reeds op voorhand nadenken hoe de les kan verlopen. Je kan ook al reeds enkele namen van de leerlingen memoriseren.
Het inschatten van de (individuele) onderwijsbehoeften is niet altijd eenvoudig, door de observatie kom je reeds veel te weten.
Tenslotte is het een sterkte te
observeren de les voordat je zelf moet lesgeven. Zo weet je exact wat reeds
gezien werd en kan je in je eigen les hiermee een link leggen.
Mijn impressies, opgedaan in deze
observatiestage, kan u schematisch terugvinden in onderstaande mindmap. Of via deze link.
donderdag 22 mei 2014
Impressie klassenraad
Afgelopen woensdag heb ik de kans gehad een klassenraad bij te wonen op mijn stageschool. Deze kans heb ik dankbaar met beide handen gegrepen. De week voordien simuleerden we in de opleiding, in het vak PPC, een kernklassenraad. Op dat moment leek alles heel geboetseerd. Echter, bij het bijwonen van deze klassenraad kwam ik al snel tot de constatatie dat onze kernklassenraad niet veel afweek van een reële situatie.
De klassenraad die ik kon bijwonen betrof een pre-deliberatie. De klastitularis was de voorzitter van de klassenraad, bijgestaan door de co-titularis. De graadcoördinator noteerde alles onmiddellijk in het leerlingenvolgsysteem. Leerling per leerling wordt overlopen. Zowel de punten, de vooruitgang of achteruitgang als de attitude vormen een insteek in het gesprek.
Zoals we in de opleiding reeds uitgebreid zagen spelen de ouders een belangrijke rol. In het beleid hier zag ik dat er altijd eerst een gesprek met de leerling wordt aangegaan en dat pas nadien de ouders gecontacteerd worden. Hieruit bleek dat er veel verschil is tussen de ouders en hun invloed op hun kind.
Ook hier waren er verschillende leerlingen die GON - begeleiding krijgen. Voor de meeste leerlingen is dit een serieuze vooruitgang en maakt hun functioneren eenvoudiger. Zowel leerlingen met ADHD, dyslexie of autisme. Dit vraagt van de leerkrachten om veel begrip en geduld.
Net zoals deze spin geduldig wacht op een prooi, zo brengt een leerkracht elke dag weer hetzelfde geduld op met de leerlingen. Keer op keer hetzelfde zeggen, hen positief bekrachtigen en hen het beste uit zichzelf laten halen. Zoals je ziet op de linkerfiguur, een plantje kan pas groeien als het met veel zorg en liefde omgeven wordt. Het moet aarde hebben en elke dag water krijgen. Datzelfde heeft een leerling nodig om te kunnen groeien, veel liefde, aandacht en vooral begrip.
Op de klassenraad zag ik dat de leerkrachten al deze aspecten voor elke leerling voor ogen hadden. Helaas is liefde, aandacht en begrip niet altijd voldoende of moet er bijgestuurd worden. Op dat moment heb je als leerkracht verantwoordelijkheden. Zo breng je het lerarenteam op de hoogte van de moeilijkheden zodat deze samen kunnen aangepakt worden. Hierbij kan een verwittiging van de leerling en/of het contacteren van de ouders heel belangrijk zijn. Dit zowel voor de leerprestaties als opvoedkundig. De leerling, leerkrachten en ouders vormen 1 team. Ze hebben 1 gemeenschappelijk doel : het groeiproces van de leerling zo goed als het kan te ondersteunen zodat deze zich kan ontwikkelen tot een goede volwassene met een eigen identiteit.
Deze ondersteuning en dit doel werd bij elke leerling op de klassenraad vooropgesteld.
Wat me ook opviel is dat de vooruitgang van de leerlingen bekeken wordt en niet enkel de leerlingen die het al een tijdje minder goed deden. Er wordt kort op de bal gespeeld als een leerling voor 1 of meerdere vakken minder presteert dan voordien, hoewel de resultaten toch ruim voldoende zijn.
Op deze klassenraad werden ook enkele kleine beslissingen ivm maatregelen voor leerlingen met een leerstoornis besproken. Het was zeer interessant dit toegepast te zien in de praktijk. Verder was het heel mooi dat de leerkrachten vragende partij zijn om de presentatie van een leerlinge met dyspraxie bij te wonen. Dit naar aanleiding van een presentatie die ze aan haar medeleerlingen gaf tijdens een les. Uiteraard wordt eerst gevraagd of deze leerlinge dit wel wil. Dit is een mooie illustratie dat de leerkrachten het beste voor hebben met de leerlingen en zich daar ook ten volle voor inzetten zodat ze alle leerlingen kunnen begrijpen.
Tenslotte viel me ook sterk op dat de ontwikkeling van leerlingen heel sterk afhangt van de klasgroep. Zowel de sterkte of zwakte van de klas en de klassfeer zijn bepalend voor de persoonlijke groei van de leerlingen.
De klassenraad die ik kon bijwonen betrof een pre-deliberatie. De klastitularis was de voorzitter van de klassenraad, bijgestaan door de co-titularis. De graadcoördinator noteerde alles onmiddellijk in het leerlingenvolgsysteem. Leerling per leerling wordt overlopen. Zowel de punten, de vooruitgang of achteruitgang als de attitude vormen een insteek in het gesprek.
Zoals we in de opleiding reeds uitgebreid zagen spelen de ouders een belangrijke rol. In het beleid hier zag ik dat er altijd eerst een gesprek met de leerling wordt aangegaan en dat pas nadien de ouders gecontacteerd worden. Hieruit bleek dat er veel verschil is tussen de ouders en hun invloed op hun kind.
Ook hier waren er verschillende leerlingen die GON - begeleiding krijgen. Voor de meeste leerlingen is dit een serieuze vooruitgang en maakt hun functioneren eenvoudiger. Zowel leerlingen met ADHD, dyslexie of autisme. Dit vraagt van de leerkrachten om veel begrip en geduld.
Net zoals deze spin geduldig wacht op een prooi, zo brengt een leerkracht elke dag weer hetzelfde geduld op met de leerlingen. Keer op keer hetzelfde zeggen, hen positief bekrachtigen en hen het beste uit zichzelf laten halen. Zoals je ziet op de linkerfiguur, een plantje kan pas groeien als het met veel zorg en liefde omgeven wordt. Het moet aarde hebben en elke dag water krijgen. Datzelfde heeft een leerling nodig om te kunnen groeien, veel liefde, aandacht en vooral begrip.
Op de klassenraad zag ik dat de leerkrachten al deze aspecten voor elke leerling voor ogen hadden. Helaas is liefde, aandacht en begrip niet altijd voldoende of moet er bijgestuurd worden. Op dat moment heb je als leerkracht verantwoordelijkheden. Zo breng je het lerarenteam op de hoogte van de moeilijkheden zodat deze samen kunnen aangepakt worden. Hierbij kan een verwittiging van de leerling en/of het contacteren van de ouders heel belangrijk zijn. Dit zowel voor de leerprestaties als opvoedkundig. De leerling, leerkrachten en ouders vormen 1 team. Ze hebben 1 gemeenschappelijk doel : het groeiproces van de leerling zo goed als het kan te ondersteunen zodat deze zich kan ontwikkelen tot een goede volwassene met een eigen identiteit.
Deze ondersteuning en dit doel werd bij elke leerling op de klassenraad vooropgesteld.
Wat me ook opviel is dat de vooruitgang van de leerlingen bekeken wordt en niet enkel de leerlingen die het al een tijdje minder goed deden. Er wordt kort op de bal gespeeld als een leerling voor 1 of meerdere vakken minder presteert dan voordien, hoewel de resultaten toch ruim voldoende zijn.
Op deze klassenraad werden ook enkele kleine beslissingen ivm maatregelen voor leerlingen met een leerstoornis besproken. Het was zeer interessant dit toegepast te zien in de praktijk. Verder was het heel mooi dat de leerkrachten vragende partij zijn om de presentatie van een leerlinge met dyspraxie bij te wonen. Dit naar aanleiding van een presentatie die ze aan haar medeleerlingen gaf tijdens een les. Uiteraard wordt eerst gevraagd of deze leerlinge dit wel wil. Dit is een mooie illustratie dat de leerkrachten het beste voor hebben met de leerlingen en zich daar ook ten volle voor inzetten zodat ze alle leerlingen kunnen begrijpen.
Tenslotte viel me ook sterk op dat de ontwikkeling van leerlingen heel sterk afhangt van de klasgroep. Zowel de sterkte of zwakte van de klas en de klassfeer zijn bepalend voor de persoonlijke groei van de leerlingen.
Abonneren op:
Posts (Atom)