De uitkering van de bezoldiging tijdelijk-vast benoemde lesgever wordt aangepast aan de stijging van de consumptieprijzen. Vast benoemde leerkrachten krijgen hun wedde op het einde van de maand gestort op basis van 1/12de van het jaarsalaris. Tijdelijke leerkrachten met een opdracht tot 30 juni hebben slechts recht op 1/10de van het jaarsalaris daar hun contract loopt van 1 september tot 30 juni. Zij krijgen op het einde van de maand 1/12 van hun jaarsalaris maar worden in de zomervakantie verder betaald als 'uitgestelde bezoldiging'. Eind juli ontvangen ze het verschil van september, oktober, november en december en in augustus ontvangen ze het verschil van januari, februari, maart, april, mei en juni. Tijdens de herfst-, kerst-, krokus-, en paasvakantie worden de tijdelijke leerkrachten doorbetaald als die vakantie binnen de aanstellingsperiode vallen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leerkrachten ook genieten van een aantal andere voorwaarden.
Het brutosalaris van een vast benoemde lesgever wordt bepaald door drie elementen: de geldelijke anciënniteit, de opdrachtbreuk en de salarisschaal (afhankelijk van het code van de barema, 301 voor bachelors en 501 voor masters). De salarisschaalcode geeft het minimum en maximumjaarsalaris aan in bruto bedragen aan 100%. Tijdelijke en vast benoemde leraars met een beperkt inkomen kunnen een extravergoeding krijgen, een haardtoelage of een standplaatstoelage. De aard van de vergoeding is afhankelijk van de burgerlijke staat en van het feit of je kinderen ten laste hebt.
Als Personeelslid van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming heb je vanaf 21 jaar recht op een gewaarborgde minimumbezoldiging. Dit minimum is wettelijk vastgesteld en het verschil tussen dit minimum en de wedde die normaal uitbetaald zou worden, wordt in de vorm van een weddebijslag in de wedde opgenomen.
Naast het salaris zijn er in het onderwijs nog bijkomende vergoedingen. Zo krijg je een onkostenvergoeding als je met de fiets of het openbaar vervoer naar school komt. Dit in tegenstelling met de wagen, dan krijg je geen kilometervergoeding. Ik kan me perfect vinden in dit systeem, tenslotte is het ook de taak van de leerkracht om duurzaamheid hoog in het vaandel te dragen. Zelf het goede voorbeeld geven is alvast een belangrijke stap in de goede richting!
Bijkomstig is er ook nog het vakantiegeld, dit bedraagt 92% van het maandsalaris van maart voor leerkrachten die het volledige jaar een volledige opdracht in hoofdambt hadden. Voor schoolverlaters is er aanvullend vakantiegeld als deze jonger zijn dan 25 jaar en ze voor de eerste keer in dienst getreden zijn maximum vier maanden na het beëindigen van hun studies. Dit betekent dat voor het toekennen van het vakantiegeld ook de periode van 1 januari tot in het indiensttreding in het onderwijs wordt meegerekend. De werknemer die denkt hieraan te voldoen dient een formulier ingevuld af te geven aan de werkgever.
Tenslotte is er de eindejaarstoelage, deze wordt voor vastgenoemden berekend van 1 januari tot 30 september ten opzichte van de tijdelijken waarbij de eindejaarstoelage wordt berekend op het hele vorige schooljaar.
Verder heb je bij de geboorte van je kind, recht op kinderbijslag. Op het schoolsecretariaat kan je een aanvraagformulier verkrijgen dat je ingevuld terugbezorgt. Na de eerste maand van de geboorte start de uitbetaling van kinderbijslag en stopt als je kind niet meer ten laste is of ouder is dan 25 jaar. Kinderbijslag wordt uitbetaald door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. (RKW)
Bij bezoldiging van overwerk/bijbetrekking wordt de leerkracht betaald alsof deze uren zijn hoofdambt zijn. De prestaties in aanmerking voor verloning bedragen 140%. Er kan echter geen eindejaarstoelage, vakantiegeld of uitgestelde bezoldinging op basis van deze extra prestaties worden verkregen.
Bovenstaande figuur geeft mijn visie op de verloning in het onderwijs weer. Zo ben ik van het gedacht dat leerkracht-zijn een roeping is, een roeping om leerlingen iets bij te brengen en om iets te betekenen voor anderen. Eigenlijk kan je als leerkracht een heel klein beetje de wereld en de maatschappij veranderen. De figuur geeft het mooi weer: "Dankbaarheid voor de vrijheid om te bloeien". Ik denk dat dit de mooiste verloning is dat je als leerkracht kan krijgen, dankbaarheid van de leerlingen om te kunnen zijn wie ze zijn, en dat ze zichzelf kunnen ontwikkelen; ze krijgen de kans om te bloeien en te groeien. Bijgevolg kan ik me volledig vinden in de visie van VUB-onderzoekster Sara De Gieter.
Sara De Gieter stelt dat leraren relatief tevreden zijn met hun loon maar dat ze ook veel belang hechten aan zich gewaardeerd voelen door psychologische beloningen van collega's, leerlingen en directie. Leraren zijn in het algemeen tevreden met hun nettoloon én met de psychologische beloningen van onder andere de directie. Dit creëert een klimaat waarin de leerkrachten tevreden zijn met hun job en zich betrokken voelen bij de school. Bijgevolg leveren ze ook betere prestaties wat ook weerspiegelt op de leerlingen. Een goede sfeer in de school zorgt voor tevreden leerlingen. Uit het onderzoek van Sara De Gieter blijkt dat leerkrachten zich het meest beloond voelen door bloemen, tekening, pralines (100%) en de relatie met de student (100%). Dit wordt gevolgd door uitingen van dankbaarheid (93%), lofbetuigingen (87%) en waardering (73%). Het is opvallend dat het salaris, met 53%, niet in dit lijstje voorkomt!
Ook voor mij is psychologische beloning het belangrijkste in onderwijs. Ook vind ik dat een bepaald bedrag niet gelukkig maakt, hoewel het natuurlijk wel een handje kan helpen. Persoonlijk vind ik het veel belangrijker dat je voldoening uit je werk haalt!
Mijn visie ten opzichte van de huidige verloning, de psychologisch beloning even buiten beschouwing gelaten, is verdeeld. Zo ga ik volledig akkoord met het systeem van de verplaatsingsvergoeding. Ook heeft iedereen recht op kinderbijslag. Ik vind echter het verschil in verloning tussen een tijdelijke en vast benoemde lesgever absurd. Als ik het goed interpreteer krijgt een vast benoemde lesgever die evenveel uren lesgeeft als een tijdelijke lesgever namelijk 2 maanden meer loon. Deze 2 zomermaanden worden evenwel overbrugd door de uitgestelde bezoldiging dus uiteindelijk betekent dit dat een vast benoemde leerkracht maandelijks een hoger salaris ontvangt dan een niet-vast benoemde leerkracht, ondanks dat ze dezelfde job hebben. Verder vind ik het een pluspunt dat er anciënniteit uit de privé kan meegenomen naar het onderwijs, dit maakt de drempel om de overstap te maken iets kleiner en deze praktijkervaring is broodnodig.
De bestaande dienstanciënniteit is in de huidige maatschappij wat voorbijgestreefd maar zoals Janneke Hooijer in het artikel 'Prestatiebeloning in het onderwijs, onzinnig of niet?' analyseert is het heel moeilijk om prestatiegericht te belonen. Zo stelt filosoof Wouter Sanderse dat 'men elkaar de tent zal uitvechten' bij het doorvoeren van individuele prestatiebeloning in het onderwijs. Leraren zien liever dat de collega's die ondermaats presteren worden aangepakt, ze ervaren dat als effectiever dan het belonen van goede leraren. De verwachtingstheorie van Vroom vormt de basis voor de veronderstelling dat prestatiegerichte verloning tot betere prestaties leidt. De voorwaarde hiervoor is dat het gedrag beloond wordt én dat deze verloning als waardevol ervaren wordt. Hier wringt echter het schoentje. Onderwijs is complexer dan dat, wat kan verklaard worden uit de zelfdeterminatietheorie die stelt dat mensen gericht zijn op persoonlijke groei en actief interageren met hun omgeven. Zo is er intrinsieke en extrinsieke motivatie. Deci, Koestner & Ryan stellen dat het ontvangen van een beloning voor gedrag dat je vanuit een intrinsieke motivatie bent gaan vertonen, extrinsieke motivatie zelfs ondermijnt. Alleen positieve feedback werkt als beloning aan intrinsieke motivatie. Verder laten experimenten weinig of geen resultaat zien in verbetering van leerprestaties van leerlingen in prestatiebelonend onderwijs. Er werden echter ook positieve resultaten vastgesteld maar daar geven de onderzoekers zelf aan dat ze geen oorzaak en gevolg kunnen onderscheiden. Ook denk ik dat prestatiebeloning nefast kan zijn voor de collegiale samenwerking en de sfeer op een school.
Na het lezen van dit artikel en zo een andere kijk gekregen te hebben, denk ik dat de bestaande dienstanciënniteit de beste keuze is. De leerkracht die al jarenlang werkt krijgt toch een beloning want uiteindelijk gaat de gemiddelde leerkracht naargelang de ervaring evolueren naar een expert en een beloning is daar volledig op zijn plaats.
Tenslotte wil ik eindigen met een kleine vergelijking van het loon van leerkrachten in het Franstalige onderwijs met leerkrachten in het Nederlandstalig onderwijs. De eerste groep salarisschalen, dit zijn de barema's voor kleuteronderwijzer, onderwijzer en bachelor + BPB, zijn identiek. Bij de salarisschaal 501, het barema voor de master + BPB, is de opbouw van het barema zeer gelijkwaardig. Verschillend is dat de Franstalige collega's na de maximumanciënniteit op 57- en 58-jarige leeftijd nog recht heeft op twee loonsverhogingen. Echter, de Nederlandstalige collega's hebben voor deze laatste 2 loonsverhogingen steeds meer verdiend. Bijgevolg zijn er inderdaad verschillen in de opbouw van de barema's. Desalniettemin zijn de Nederlandstalige leerkrachten na het in rekening brengen van hun volledige loopbaan nog steeds beter af, maar dit wordt geheel of gedeeltelijk teniet gedaan door het pensioensvoordeel van de Franstalige collega's. Echter, de masters in het Nederlandstalig onderwijs zijn ondanks de laatste loonsverhogingen van de Franstallige collega's zowel tijdens als na de loopbaan beter af! Dit is een mooie illustratie van "Het lijkt groener aan de overkant, maar dat is het zeker niet altijd!"
Beste Delphine
BeantwoordenVerwijderenOpnieuw dank voor de deze uitgebreide blogpost. Je bent heel sterk bezig.
Uit allerhande studies blijkt dat het beroep leraar iets aparts is. Het ouderwetse woord "roeping" is nog van toepassing. Ik lees dat je een gezonde kijk op verloning hebt en dat is ene pluspunt als je gaat voor een vlakke loopbaan in het onderwijs.
Als je echt op een apothekersweegschaaltje het aantal uren vergelijkt met het loon: dan kom je altijd verloren uit. Als je inbrengt de jobsatisfactie = wel dat is niet in geld uit te drukken.
http://grietmathieu.blogspot.be/
Beste Delphine
BeantwoordenVerwijderenDe grote verdienste van het bestaande verloningssysteem is dat er transparantie is. In de leraarskamer wordt er niet gesproken over loon en het goed dat dit zo blijft. Er zijn in de leraarkamer heel wat andere zaken te bespreken.
De discours van beter lesgeven meer loon moet gekoppeld worden aan beter leren van leerlingen. Maar onderzoek brengt op dit punt weinig duidelijkheid.
Bovendien wordt het discours vaak verengd tot meer loon - betere lesgevers aantrekken? Wat dit beter zijn dan ook mag betekenen
http://www.nytimes.com/2011/03/13/opinion/13kristof.html