zondag 6 oktober 2013

Statuut van de lesgever

Het onderwijs is een buitenbeentje wat betreft de aanstelling. Zo doorloop je als beginnende leerkracht steenvast in deze volgorde de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur (TABD), de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) en de vaste benoeming. Deze laatste aanstelling kan een aantal jaren op zich laten wachten. 

De TABD is een tjidelijke aanstelling van bepaalde duur, de duur van de aanstelling is op voorhand bepaald en op 30/06 word je uit dienst gemeld. Je geniet niet van een voorrangsregeling maar bij het start van het volgende schooljaar is er een kans op een nieuwe overeenkomst met hetzelfde statuut. Deze cyclus wordt minstens 3 schooljaren herhaald voordat je in aanmerking komt voor de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur oftewel TADD. 
Dit statuut van TABD zorgt ervoor dat veel beginnende leerkrachten genoodzaakt zijn veel verschillende interims te doen, vaak deeltijds, variatie aan vakken en op verschillende scholen. Dit brengt een grote werkonzekerheid met zich mee wat bijdraagt tot de uitstroom van beginnende leerkrachten in het onderwijs. Er is een groot verschil ten opzichte van andere beroepen in de privésector waar veel sneller een stabiele loopbaan bekomen wordt.

Het grote voordeel van TADD ten opzichte van TABD is dat de duur van de aanstelling over de schooljaren heen loopt en dat je voorrang hebt op een leerkracht met het statuut van TADD. Je moet als leerkracht wel aan heel wat voorwaarden voldoen. Zo moet je dienstanciënniteit verworven hebben van 720 dagen, verspreid over minstens 3 schooljaren. Bijkomende voorwaarde is dat deze diensten moeten gepresteerd zijn in hoofdambt én dat de aanstelling moet verworven zijn in een ambt bij één of meer scholen van dezelfde inrichtende macht of scholengemeenschap. Dit betekent dat leerkrachten die een vak geven dat meerdere lesuren per week bevat sneller een TADD kunnen opbouwen dan leerkrachten -zoals ik- die een vak geven dat slechts 1 à 2 uur wordt onderwezen. Deze laatstgenoemde leerkrachten zullen eerder genoodzaakt zijn in verschillende scholengemeenschappen te werken wat nefast is voor de verwerving van het statuut TADD. Zij kijken aan naar een langere onzekere loopbaan.
Verder mag de leerkracht bij een evaluatie geen onvoldoende hebben gekregen en is het recht op een TADD enkel geldig voor het ambt waarvoor de leerkracht over een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs beschikt. Bijkomend wordt de dienstanciënniteit binnen TADD berekend op basis van alle kalenderdagen, inclusief vakanties. Tijdelijke diensten worden vermenigvuldigd met 1,2. Daartegenover staat dat bij onvolledige prestaties minder dan de helft van een fulltime betrekking, het aantal dagen gedeeld wordt door twee. Ook deze factor zorgt ervoor dat leerkrachten die een vak onderwijzen dat slechts 1 à 2 uur onderwezen wordt, nog minder snel in aanmerking komt voor het TADD statuut. 
Verder worden bij de berekening van de dienstanciënniteit voor een aanstelling in een vak op basis van een VE alle diensten gepresteerd in de vakken waarvoor de leerkracht een VE of VO beschikt in aanmerking. Dit staat tegenover de berekening van de dienstanciënniteit voor een aanstelling in een vak waarvoor de leerkracht over een VO beschikt, hier komen enkel de diensten in aanmerking die gepresteerd zijn in dit specifieke vak. Nadien geldt het TADD echter ook voor de vakken waarvoor de leerkracht een VE heeft. Bijgevolg, eens een leerkracht het recht op een TADD verworven heeft geldt dit voor alle vakken waarvoor hij een VE beschikt of indien de TADD verworven werd in een vak waarvoor hij een VO beschikt geldt de TADD voor dat specifieke vak en voor alle vakken waarvoor hij een VE beschikt.
Tenslotte kan een leerkracht ook het recht van TADD verliezen. Dit kan enerzijds als de leerkracht vijf opeenvolgende schooljaren geen uren meer gepresteerd heeft in de scholen van de scholengroep en anderzijds als de leerkracht wordt ontslagen. Hij verliest het recht op een uitbreiding van TADD als hij een definitieve evaluatie met eindconclusie 'onvoldoende' heeft gekregen voor het vak met de TADD. 

Uiteindelijk kan een leerkracht met statuut van TADD doorstromen naar het statuut van de vaste benoeming. Ook aan deze benoeming zijn verschillende voorwaarden verbonden. Je moet 720 dagen dienstanciënniteit verworven hebben in het ambt van de benoeming. Verder mag je geen 'onvoldoende' evaluatie gekregen hebben en moet het gaan om een betrekking in hoofdambt. De vaste benoeming slaat op eenzelfde ambt en geldt voor het bepaalde aantal uren. Wanneer de opdracht buiten de wil om verminderd genieten zij voorrang bij vacatures.
Een vaste benoeming brengt naast deze voorrang bij vacatures heel wat voordelen met zich mee, zo is er een groot verschil met TADD. Met een vaste benoeming heb je werkzekerheid, zekerheid van bezoldiging, bijkomende rechten op verlofstelsels, recht op overheidspensioen en tenslotte krijg je bij ziekte- of bevallingsverlof je salaris in plaats van een uitkering van het ziekenfonds. 
Volgens het Rapport Vaste benoeming 2010 en 2011 gaat iets meer dan de helft van de vaste benoemingen om leerkrachten die voor een eerste keer vastbenoemd worden. In het gesubsidieerd onderwijs zijn er opvallend meer vaste benoemingen voor minder dan 10% van een voltijdse opdracht in het onderwijs. Verder zijn 40% van de vastbenoemde leerkrachten jonger dan 30 jaar.

TABD versus TADD versus vaste benoeming
Leerkrachten met het statuut TABD leven elk schooljaar in onzekerheid of ze het jaar daarop nog werk zullen hebben, liefst in hun huidige school. Ik vind het niet kunnen dat een goeie, gemotiveerde beginnende leerkracht eventueel plaats moet maken voor een leerkracht met een TABD of een vaste benoeming. Sommige leerkrachten hebben de neiging, eens een vaste benoeming op zak, te verroesten in hun vak. Ook kan een vaste benoeming je tegenhouden om je dromen na te jagen doordat het, als je wilt terugkeren naar het onderwijs, terug heel lang kan duren voor je recht hebt op een vaste benoeming. 
De leerkracht met een TABD heeft niets van werkonzekerheid. Zo kan het gebeuren dat je vlak voor je recht hebt op een TADD zonder reden de deur wordt gewezen. Hierop heb je als werknemer helemaal niets te zeggen, je hebt namelijk geen rechten en je hebt geen voorrang op iemand anders. Als je dan niet in dezelfde scholengroep aan de slag kan, begin je vanaf nul met het opbouwen van je anciënniteit voor het verkrijgen van het recht op het statuut van TADD.
Verder brengt het statuut van de vaste benoeming naast de vele voordelen ook gevaren met zich mee. Zo ga ik volledig akkoord met de opinie van Alain Mouton, redacteur Trends. Hij stelt dat de meeste leerkrachten amper in de privésector werkten en bijgevolg geen werkervaring opdeden. Zijn opinie is dat leerkrachten met werkervaring deze kunnen meegeven aan de leerlingen en dit op twee niveau's. Zo is er de effectieve werkervaring dat resulteert in het inzicht hoe het er in een onderneming echt aan toe gaat, aangevuld met de wetenschap welk type mensen de arbeidsmarkt nodig heeft. Hierdoor kunnen de leerlingen gericht voorbereid worden op de arbeidsmarkt door de actueel nodige competenties mee te geven. Het principe van de vaste benoeming maakt het echter niet aantrekkelijk om te switchen tussen de privésector en het onderwijs. Ook is het contradictorisch dat de leerlingen worden voorbereid op de steeds flexibelere arbeidsmarkt terwijl de leerkrachten zelf streven naar een comfortabele positie.

Het loopbaandebat
Het huidig statuut van de leerkracht, met de drie fasen van TABD, TADD en de vaste benoemdheid staat -terecht- op de helling. Met het huidig groot onderscheid is het voornamelijk voor de beginnende leerkracht moeilijk om zich telkens te blijven motiveren zonder uitkijk op een beetje zekerheid. Hierdoor is er in het onderwijs een grote uitstroom van beginnende leerkrachten. Het loopbaandebat stelt bijgevolg de huidige statuten in vraag. Momenteel is er het voorstel van drie stadia in de loopbaan meer bepaald de juniorleraar, de leraar en de expert-leraar. De juniorleraar zou meer werkzekerheid hebben dan de beginner vandaag heeft. Ook zou er bovenop de kans op een bonus ook een verschil in verloning zijn tussen de junior en gewone leraar. De ervaring van de expert wordt tenslotte ingezet voor het coachen van jongere collega's. Verder wordt voorgesteld de vaste benoeming te behouden, maar met regelmatige evaluaties.
Ik kan me vinden in deze voorstellen, zo krijgt de junior meer werkzekerheid en bijgevolg meer kans om zich te ontwikkelen. Door meer werkzekerheid moet de junior niet onbewust steeds bezig zijn met de werkonzekerheid en kan de energie gestoken worden in zijn ontplooiing als leerkracht. Daar speelt de expert, een leerkracht uit hetzelfde vakgebied, ook een grote rol in. Zo kan de expert de junior tips geven op vakdidactisch gebied maar ook op opvoedkundig gebied. De ervaring van de expert wordt gedeeld met de junior, waardoor het natuurlijk groeiproces van de junior versneld wordt wat zowel voor hemzelf, de school en de leerlingen voordelig is. Ik denk dat het ook een pluspunt is dat er bonussen kunnen worden gegeven, zo worden de leerkrachten die zich tenvolle inzetten beloond. Maar ik denk echter dat uit de beloning in de vorm van dankbaarheid en respect meer voldoening halen. Persoonlijk denk ik dat de vaste benoeming uit het systeem zou moeten maar ik kan me voorlopig ook vinden in het voorstel voor meer evaluatie met een grote MAAR dat deze ook effectief wordt toegepast én dat het mogelijk is om effectieve sancties te geven indien er niet voldaan wordt. Als volgende stap vind ik dat een afschaffing van de vaste benoemdheid zeker besproken moet kunnen worden, maar direct afschaffen ligt heel moeilijk door de jarenlange gewoonte. 

Van novice naar expert
De groei van de leerkracht is gebaseerd op anciënniteit en competentie. De beginnende leerkracht wordt in zijn professionele ontwikkeling ondersteund door een mentor en door pedagogische begeleidingsdiensten van de koepels. Echter, voor competentieontwikkeling zijn er geen normen. Jochems stelt dat de kennis van experts beter gestructureerd is en daardoor beter toegankelijk dan die van novices. Ook ontwikkelen de experts routines waardoor er meer ruimte vrijkomt voor complexere problemen en herkennen ze patronen sneller en beter. De expert-leraren zijn opportunistischer en flexibeler in hun gedrag en kunnen bijgevolg adequater reageren op voorvallen in de klas. Hieruit blijkt dat expertiseontwikkeling veel tijd vergt omdat het gebaseerd is op ervaring. Hulp van anderen is ook vereist, door feedback en coaching wordt de expertise ook ontwikkeld. Hierin komt het belang van collegialiteit en samenwerking aan bod. Door samen te werken en het uitwisselen van ideeën wordt de professionele ontwikkeling gestimuleerd. In het onderwijsdebat is dit dan ook de functie van de expert. Niet alleen leerlingen, maar ook leerkrachten kunnen veel van elkaar leren!


Leraars, leer ze me kennen. 
Een vergelijking tussen leraars en andere beroepsgroepen.
In dit artikel wordt een samenvatting van de onderzoeksresultaten, gebundeld in het boek 'Leraars. Profiel van een beroepsgroep' van Elchardus, Huyge, Kavadia, Siongers & Vangoidsenhoven (2009), weergegeven. In dit boek worden leraars vergeleken met andere beroepsgroepen. De leraars vormen een bijzondere groep op het vlak van beroepsmotieven. Zo blijkt dat de jobkeuze meer gebaseerd is op de intrinsieke dan op de extrinsieke motivatie. Hieruit volgt ook dat de meeste leerkrachten tevreden zijn met hun beroep en hun leven. De instap is voor leerkrachten vergeleken met andere beroepsgroepen heel onzeker. Beginnende leerkrachten werken ten opzichte van hun leeftijdsgenoten in andere sectoren meer noodgedwongen parttime, hebben een grotere werkonzekerheid én hebben vaker een contract van bepaalde duur. Een job in het onderwijs wordt enerzijds gekenmerkt door een sterke afbakening via de schooluren maar anderzijds is het werk nooit gedaan en stroomt dit tot in het gezinsleven. Desalniettemin ervaren leerkrachten minder problemen met de balans werk-gezin dan andere werkenden. Ten opzichte van de rest van de werkende bevolking zijn leerkrachten meer tevreden met hun loon, hoewel ze minder verdienen dan andere hoogopgeleiden maar gemiddeld evenveel als de rest van de bevolking. Over het algemeen kan gesteld worden dat leerkrachten gelukkig zijn met alle aspecten van hun beroep!

Het derde alternatief 
Stephen R. Covey
Covey stelt dat de meeste conflicten twee kanten hebben, te vergelijken met zwart en wit. Dit is de reden dat er vooroordelen zijn en racisme bestaat. Volgens Covey is er echter een derde weg, of het derde alternatief. Dit is de weg die dwars door alle dilemma's van het leven en de diepe verdeeldheid heen loopt. Iemands denkwijze is afhankelijk wie je bent en bijgevolg afhankelijk van je identieit. Het grote probleem van conflicten zit in onze denkwijze. We kunnen vasthouden aan onze denkwijze maar dit zorgt voor een verlies-win situatie wat zorgt voor conflicten. De denkwijzen kunnen we ook combineren, dit is een stap in de goede richting maar de aparte kunnen blijven bestaan en eventueel versterkt worden. Covey stelt dat de oplossing van een conflict het derde alternatief is, samen zoeken naar een andere oplossing waar nog niet eerder aan gedacht is. 
Het derde alternatief is zeker van toepassing in het onderwijs. Zo moeten voordelen en nadelen in het statuut van de leerkracht niet tegenover elkaar staan maar moet er verder nagedacht worden hoe de problemen kunnen opgelost worden door los te komen van het huidige model en een nieuwe weg in te slaan. Een frisse kijk uit een andere hoek kan soms onverwachte uitwegen bieden. Hetzelfde geldt voor de taak van de leerkracht, zo is er de educatieve taak maar ook de opvoedkundige opdracht. Deze beide werken elkaar niet tegen, maar kunnen samen in synergie meer betekenen!

Bovenstaande afbeelding is een mooi symbool van synergie; er is geen compromis, er wordt bijgevolg niets ingeleverd maar er wordt juist méér bereikt dan dat je met de beide ideeën apart kan bereiken! Verder is het ook te vergelijken met muziek, een orkest. Met 1 enkel instrument kan je nooit zoveel bereiken als met verschillende instrumenten samen.
Laat ons dit nu juist onthouden als we voor conflicten komen te staan; kom los van je eigen idee en probeer samen met de andere een oplossing te vinden waarvan we nooit dachten ze te kunnen vinden!

3 opmerkingen:

  1. Beste Delphine
    Van harte dank voor je blogpost.
    Ik heb aandachtig je bijdrage gelezen met op de achtergrond Bach.
    Het artikel van Elchardus toont aan dat leraren tevreden zijn over hun beroep. Als er een probleem is dan betreft het de werkonzekerheid van de starters in het beroep. Uit de beleidsevaluatie die zaterdag laatstleden in Brussel werd voorgesteld is ook de aanvangsbegeleiding een probleem. De commissie adviseert de overheid hier werk van te maken door te voorzien in structurele begeleiding. Deze begeleiding kan ervoor zorgen dat starters langer in de job blijven. Want er is niet alleen de werkonzekerheid, maar in het begin gaan heel wat dringen verkeerd. Als ik terugdenk aan mijn eerste jaar lesgeven: wel ik dacht er ook aan om te stoppen.
    Vele beginners missen een veilige werkomgeving
    http://grietmathieu.blogspot.be/2013/10/prutsers-als-leraren-elkaar-vertrouwen.html
    Wat ik wel een beetje voor vrees als een beginner voltijds werkt in combinatie met intensieve aanvangsbegeleiding: dit allemaal wel een beetje veel wordt.
    In Schotland heeft men een systeem waarbij een lesgever 100% betaald wordt, maar slechts 70% lesgeeft. Het is wel zo dat nadien een formele evaluatie volgt. Indien je niet geslaagd bent, moet je onderwijs verlaten

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik lees dat je interesse hebt voor Covey
    zie laatste nummer van didactief: http://issuu.com/didactief/docs/did_oktober_nr8

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Dephine
    Samenwerking is de hefboom tot professionalisering. Dit vindt je eigenlijk ook terug bij Covey. Als we samenwerken, moeten we steeds zoeken naar de derde weg. Dat is juist de uitdaging. De voorbije weken hebben we al veel vergaderd over de inleefstage. Op dat moment ontdek je dat iedereen zijn eigen onderwijsvisie heeft. Alle stukjes samen leggen tot iets nieuws dat geeft een enorme boost. Eens dat je de kracht van het mechanisme kent, ga je automatisch je eigen standpunt lossen en opzoek gaan naar de synergie

    BeantwoordenVerwijderen