Na enkele moeilijkheden om onze agenda's op elkaar af te stemmen en na de afwezigheid van Cynthia de week voordien, zijn Charlotte, Ilse en ik dinsdag eindelijk op inleefstage vertrokken. We kwamen dan ook mooi op tijd aan op het Koninklijk Atheneum GO! te Sint-Niklaas om de werkdag van Cynthia mee te volgen.
Cynthia geeft fysica en/of natuurwetenschappen in het 4de, 5de en 6de jaar. Ze geeft zowel les in het traditioneel onderwijs als aan Freinetonderwijs, dit maakt onze inleefstage extra bijzonder! Het is pas het tweede jaar dat ze les geeft, Cynthia volgt de LIO-opleiding aan Het Perspectief. Het volgen van een beginnende leerkracht is voor ons zeer interessant naar de nabije toekomst toe, binnen 2 jaar staan we misschien in dezelfde positie waarin zij nu staat.
Cynthia vertelde ons dat de eerste klas, 6WE, het haar vorig jaar heel moeilijk gemaakt heeft. Het is een klas met veel sterke persoonlijkheden. Echter bij het volgen van de les vond ik dat ze de klas heel goed in de hand heeft, iedereen volgde goed mee en je kon ook voelen dat de leerlingen respect voor haar hebben als leerkracht. Wel kon ik begrijpen dat ze er het vorig schooljaar moeilijk mee had, je merkt dat ze de leerkracht ook nu nog zouden testen. Maar Cynthia speelt daar perfect op in! Toen sloeg voor de eerste keer die dag mijn eerste bewondering toe, hoe goed Cynthia als leerkracht anticipeert op opmerkingen van leerlingen. Het lijkt me niet evident om telkens een antwoord klaar te hebben, niet enkel vakspecifiek maar ook op sociaalpsychologisch vlak. Voor zover het hiervoor nog niet duidelijk was wordt het deze eerste les al heel duidelijk, een leerkracht is zoveel meer dan een begeleider van het leerproces!
Bovenstaande figuur illustreert een glimlach, zowel op de mond van de leerlingen als op de mond van de leerkracht als op mijn eigen mond! Deze glimlach houdt positiviteit en hoop in. Naar mijn inzien slaagt Cynthia er als leerkracht in deze glimlach op elk van onze monden te toveren. Ze heeft zoveel enthousiasme in zich dat ze iedereen kan motiveren. De klas die het haar vorig jaar zo moeilijk maakte is één van haar beste klassen en één van de klassen waar ze het meest mee kan doen. Ze heeft terecht het respect van haar leerlingen verworven en dat is als beginnende leerkracht zeker niet evident. Dit leert me ook dat je als leerkracht zelfzeker moet zijn en zeker zelfzeker moet overkomen.
Wat me ook verbaast is dat leerlingen fysica als vrije ruimte kunnen kiezen. Hierdoor had ze het volgende lesuur maar 4 leerlingen, alle 4 uit de klas 6 Wetenschappen! Hier krijgen ze de kans zich in een onderwerp te verdiepen en wordt er iets meer vanuit de interesses van de leerlingen gewerkt. Dit vereist veel flexibiliteit van de leerkracht.
Tijdens de middagpauze was de leerkracht beschikbaar voor bijles, hierover kan u meer lezen in de volgende blogpost. Na de middag gaf Cynthia natuurwetenschappen in 5 Freinet. Freinet onderwijs vertrekt vanuit de leerling zelf, de leerlingen studeren zelfstandig. Echter, de laatste lessenreeks vroegen de leerlingen zelf om traditioneel les te krijgen. We merkten echter al snel dat de mentaliteit en het niveau in deze klas anders is dan in de klassen traditioneel onderwijs. Tot slot was er nog een les natuurwetenschappen aan 5 sociaal techniek wetenschappen. Ook deze keer zat ik heel verwonderd en vooral bewonderd te kijken. De leerlingen kregen de opdracht om in groepjes van 2 of 3 oefeningen te maken en hierbij kregen ze de oplossingensleutel. Iedereen was effectief bezig met de oefeningen zonder op voorhand te spieken. Als ik terugdenk aan mijn middelbare schooltijd kan ik mij niet inbeelden dat effectief iedereen goed aan het werk is zonder af te wijken van de les. Dit verdient een chapeau voor de leerkracht maar ook voor de leerlingen!
zaterdag 30 november 2013
maandag 18 november 2013
Taalgericht lesgeven
In deze theorie-opdracht van COO staat taalgericht lesgeven centraal. We kozen ervoor om te vertrekken vanuit een moeilijke tekst. Zowel Charlotte, Jarno als Delphine hebben als vakdidactiek natuurwetenschappen gekozen, bijgevolg hebben we naar een tekst gezocht die effectief in onze lessen zou kunnen gebruikt worden.
In de onderstaande prezi vind je een vereenvoudiging van het online gevonden artikel “Depressie na een hartinfarct en vergrote kans op overlijden” van A. Honig terug. Dit artikel kan in de les geïntegreerd worden na het aanhalen van een hoofdstuk over de bloedsomloop.
Depressie komt in onze samenleving steeds vaker voor dus leek het ons nuttig dit artikel, dat een verband weergeeft tussen een hartinfarct en een depressie, te bespreken.
In de onderstaande prezi vind je een vereenvoudiging van het online gevonden artikel “Depressie na een hartinfarct en vergrote kans op overlijden” van A. Honig terug. Dit artikel kan in de les geïntegreerd worden na het aanhalen van een hoofdstuk over de bloedsomloop.
Depressie komt in onze samenleving steeds vaker voor dus leek het ons nuttig dit artikel, dat een verband weergeeft tussen een hartinfarct en een depressie, te bespreken.
Ook na het bewerken van het oorspronkelijk artikel heeft het wetenschappelijk artikel nog altijd een bepaalde moeilijkheidsgraad. Op deze manier komen de leerlingen voor de eerste keer in aanraking met de structuur en het specifiek taalgebruik van een wetenschappelijk artikel. Het is dan ook de bedoeling van deze oefening om op een speelse manier in aanraking te komen met vaktaal en het artikel stapsgewijs te leren ontleden.
In de prezi wordt eerst de oorspronkelijke tekst aangebracht en worden de zwaktes aangeduid. Deze zwaktes worden nadien stap voor stap uitgewerkt, en er wordt een verbetering aangebracht. Het vakjargon wordt door de studenten ingeoefend door middel van een kruiswoordraadsel en een verbindingsspel. Voor moeilijke woorden wordt een alternatief synoniem gegeven. Tenslotte wordt op het einde van de prezi de aangepaste tekst weergegeven.
In de prezi wordt eerst de oorspronkelijke tekst aangebracht en worden de zwaktes aangeduid. Deze zwaktes worden nadien stap voor stap uitgewerkt, en er wordt een verbetering aangebracht. Het vakjargon wordt door de studenten ingeoefend door middel van een kruiswoordraadsel en een verbindingsspel. Voor moeilijke woorden wordt een alternatief synoniem gegeven. Tenslotte wordt op het einde van de prezi de aangepaste tekst weergegeven.
http://prezi.com/tusy7weyiykl/?utm_campaign=share&utm_medium=copy&rc=ex0share
Charlotte, Jarno en Delphine
Charlotte, Jarno en Delphine
vrijdag 8 november 2013
Onderwijshervormingen - inhoudelijke aanpak secundair onderwijs.
De doelstelling om per graad een set
sleutelcompetenties, gebaseerd op de Europese sleutelcompetenties[1],
vast te leggen die door iedereen te behalen zijn. Daarin is er meer dan vandaag
aandacht voor techniek, wetenschappen, economische en financiële kennis,
moderne vreemde talen (Frans en Engels), sociale en burgerschapscompetenties,
creativiteit en ondernemerszin, sociaal-emotionele ontwikkeling en relationele
vaardigheden.
Ik koos deze set sleutelcompetenties omdat
ik ze één voor één belangrijk vind en er zeker geen vergeten mag worden. Mijn
secundaire loopbaan bestond uit 1 jaar Latijnse, 1 jaar Grieks-Latijnse gevolgd
door 2 jaar wetenschappen en 2 jaar wetenschappen-wiskunde. Achteraf gezien –
alsook op het moment zelf – miste ik in deze brede opleiding voornamelijk
economische en financiële vorming. Dit aspect, wat een belangrijk onderdeel is
in de maatschappij en waarvan de kennis ervan bijdraagt tot het goed kunnen
functioneren in onze huidige maatschappij, is in geen enkel les ter sprake
gekomen. Hoewel de sociale en burgerschapscompetenties vakoverschrijdend aan
bod komen in een schoolcontext werden deze, naar mijn mening, net zoals de
creativiteit en ondernemerszin en tenslotte de sociaal-emotionele ontwikkeling
onvoldoende gestimuleerd en ontwikkeld. Bijgevolg ben ik heel tevreden dat
competentiegericht leren een steeds prominentere plaats inneemt in het
onderwijs van vandaag en morgen.
Een competentie is de samenstelling van kennis (wat iemand weet en kent),
vaardigheden (in staat te handelen en specifieke taken te verrichten) en
attitudes.[2]
In competentiegericht leren moeten bijgevolg alle drie de aspecten van
competenties worden ontwikkeld.
![]() |
Poppetjes die met tandwielen samenwerken |
![]() |
Ordening tandwielen |
Bovenstaande afbeeldingen geven een goede weergave van mijn idee over competentiegericht leren. Zo denk ik dat iedereen kwaliteiten heeft maar dat deze moeten ontwikkeld worden en ingezet worden. Dit is mogelijk met de hulp van anderen en jezelf. Om een bepaald doel te realiseren moet je meerdere van deze kwaliteiten inzetten, er is een samenhang en samenwerking nodig. Zo zijn de drie aspecten van een competentie onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden ze elkaar. Door deze competenties meer te prikkelen, te stimuleren en te ontwikkelen ben ik ervan overtuigd meer zelfbewuste en maatschappijbewuste jongvolwassenen te vormen.
Uit
bovenstaande sleutelcompetenties wil ik graag twee element uitdiepen, namelijk
de competentie voor communicatie in het Nederlands en in vreemde talen. Om deze
doelstelling te realiseren werd onderwijsdecreet OD XXIII[3]
vastgelegd dat enerzijds stelt dat scholen een verplicht taalbad Nederlands tot
1 jaar kunnen opleggen voor leerlingen die de onderwijstaal onvoldoende machtig
zijn. (ingangsdatum 01.09.2014) Hieraan gekoppeld stelt het decreet ook dat er
een taalscreening plaatsvindt bij de overgang van het lager naar het secundair
onderwijs. (ingangsdaum 01.09.2014) Anderzijds maakt bovenvernoemd decreet de
verankering CLIL[4]
(Content and Language Integrated Learning) mogelijk. (ingangsdatum 01.09.2014)
Het lijkt me evident dat de leerlingen de Nederlandse taal moeten beheersen als
ze les krijgen in het Nederlands. Hierbij is het belangrijk dat de
beginsituatie op het gebied van taal ongeveer bij elke leerling hetzelfde is.
Een taalscreening is bijgevolg een goede methode om deze beginsituatie in te
schatten. Indien nodig kan er op basis van deze taalscreening extra maatregelen
genomen worden zodat alle leerlingen hetzelfde niveau bereiken. Deze
maatregelen kunnen gaan van bijscholing, extra oefeningen tot een verplicht
taalbad Nederlands tot 1 jaar. Op deze manier zijn alle leerlingen de
onderwijstaal voldoende machtig zodat ze gelijke onderwijskansen krijgen.
Vooral
het tweede luik, namelijk de competentie voor communicatie in vreemde talen,
trekt mijn aandacht. CLIL-onderwijs lijkt me een heel zinvolle methode, op deze
manier leren de leerlingen niet enkel de vakinhoud maar geïntegreerd ook een
vreemde taal. Ondanks dat ik een wetenschapper ben in hart en nieren ben ik me
heel bewust van de noodzaak aan taal, zo ook van vreemde talen.
Dr. Barbara De Groot stelt in Klasse dat bij de CLIL-methode 4 aspecten
centraal staan namelijk communicatie, vakinhoud, cultuur en cognitie.[5]
De aspecten communicatie en vakinhoud spreken voor zich, zo is het evident dat
de kennis van het vak niet achteruit mag gaan. Dit wordt geïntegreerd met het
doel de vreemde taal zo goed mogelijk te beheersen. Hier is het belangrijk dat
de CLIL-leerkracht nauw samenwerkt met de taalleerkracht, zo kunnen deze op
elkaars lessen en de kennis van de leerlingen inpikken. Het aspect cultuur
houdt in dat de leerlingen bewust worden en openstaan voor vreemde talen en
culturen. Tenslotte zijn er ook cognitieve aspecten van de CLIL-methode, zo
zorgt de integratie van talen met zaakvakken voor een betere werking van het
brein en bijgevolg ook van het leerproces.
Het
onderwijsdecreet XXIII stelt in artikel III.34. dat er in het voltijds
secundair onderwijs in de lessentabel, naast de vakken moderne vreemde talen,
voor maximum 20% zaakvakken kunnen worden aangeboden in het Frans, Engels of
Duits. Dit houdt met andere woorden in dat de leerlingen ervoor kunnen kiezen
om bepaalde zaakvakken in één van de bovengenoemde vreemde talen kunnen volgen.
Het lijkt me interessant om de vakken waarin leerlingen sterker zijn, in een
vreemde taal te onderwijzen. Hierbij staat centraal dat de leerling hier zelf
voor kan kiezen. Zo zal bijvoorbeeld een leerling wetenschappen, de
wetenschapsvakken in een vreemde taal kunnen volgen.
Vreemde talen worden steeds belangrijker, op de arbeidsmarkt wordt steeds meer een sterke talenkennis gevraagd. Door dit geïntegreerd aan te bieden gaan de leerlingen onbewust en bewust meer van de taal oppikken, vakspecifiek gericht. Ook in het hoger onderwijs wordt er steeds meer in een vreemde taal onderwezen. Ook wetenschappelijke artikels of artikels uit vaktijdschriften zijn in vreemde talen. Het lijkt me daarom heel goed de leerlingen in het secundair onderwijs meer vertrouwd te maken met een vakspecifieke taalkennis. Dit zorgt er uiteraard ook onbewust, of bewust, voor dat de barrière om te praten in een vreemde taal verkleint. Tenslotte is een taal leren in een vak dat je graag doet een extra stimulatie om de taal onder de knie te krijgen. De motivatie is hoger, het lijkt me ook aanneembaar dat er eerder een intrinsieke motivatie voor het leren van de taal ontstaat.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiXXJRA-MM8j7EC0gxwPznVpb9HpvMUNKkQeeu_wgbsQAQBP8GwohmN-GHIzTCbjEe6EvcMRdvsE84tuaqcIDRsHmGOp7_v0occwJs14SFOuEaPLQsaW-4nFh-CZAyjzL8kuoUuNwV31qx_/s1600/Wereldbol-handen2-150x150.jpg)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiv6S1HlUO9tyR2s_whfiRTlNPRT_2HQ2NOn5qSo7dh8pepVr7F9O0LJp2URGmr4w7A_Yc1Rf21S38YdciCsUIiXfpptTPBC8n8FAKYHCcLKlVDCm_-4CJn3KcA6UGx-RsEf-YQgzyRYDL_/s1600/susdev-1.3.jpg)
Bovenstaande figuren illustreren mijn visie op de CLIL-methode. De linkse figuur stelt een persoon voor die de wereld in zijn/haar handen houdt. Door vertrouwd te zijn met vakspecifieke taalkennis gaan er meer deuren voor je open, de wereld ligt in je handen. Je krijgt zowel op de arbeidsmarkt als in het hoger onderwijs meer mogelijkheden zonder dat je daar bewust meer inspanning voor moet doen. De rechtse figuur stelt 2 personen, afkomstig van een ander continent, voor die elkaar de hand schudden. Door zaakvakken in vreemde talen aan te bieden gaat niet enkel de vakspecifieke taalkennis verrijken maar ook de communicatie in deze vreemde taal. Je kan als het ware vlotter de hand reiken aan personen die een andere moedertaal spreken.
Hieruit wil ik besluiten dat competentiegericht onderwijs een belangrijke stap is. Het verwerven van louter kennis is niet representatief voor de arbeidsmarkt noch het hoger onderwijs. Vaardigheden en attitudes zijn minstens even belangrijk, kennis wordt hiermee ook vastgezet. Met competenties kan je ook heel wat meer bereiken, zo verrijken competenties ook je persoonlijk leven. Denk maar aan de basiscompetentie cultureel bewustzijn of sociale en burgerschapscompetenties. Tenslotte krijgen de competenties communicatie in het Nederlands en communicatie in vreemde talen extra aandacht in onze internationale samenleving. Het is voor elke jongvolwassene en elke burger steeds belangrijker om meerdere talen te beheersen, zowel op professioneel vlak als persoonlijk vlak. Ikzelf ben voorstander om dit te integreren in zaakvakken, het is tenslotte ook op deze manier dat deze jongvolwassenen de taal moeten inzetten. Bijgevolg ben ik gemotiveerd om hierin mee te stappen en een extra opleiding CLIL-onderwijs te volgen.
Bronnen :
1.
Figuur
Tandwielen in het hoofd aanwezig https://www.it-contracts.nl/images/kennisbank-tandwielen.gif
2.
Figuur Ordening
tandwielen http://static-a.frankwatching.com/wp-content/uploads/2011/04/Working-Together-tandwielen-595x403.jpg
3.
Talent does not define you, passion does http://www.managingthoughts.be/afbeeldingen/tandwielen_afb.png
5.
Figuur
Wereldbol in je handen
6.
Figuur
Handen voor wereldbol
[1]
http://europa.eu/legislation_summaries/education_training_youth/lifelong_learning/
c11090_nl.htm De 8 Europese sleutelcompetenties zijn : competenties voor communicatie in het Nederlands, competenties voor communicatie in vreemde talen, wiskundige competenties en competenties in exacte wetenschappen en technologie, digitale competenties, leercompetenties, sociale en burgerschapscompetenties, initiatief en ondernemerschapcompetenties, competenties voor cultureel bewustzijn.
c11090_nl.htm De 8 Europese sleutelcompetenties zijn : competenties voor communicatie in het Nederlands, competenties voor communicatie in vreemde talen, wiskundige competenties en competenties in exacte wetenschappen en technologie, digitale competenties, leercompetenties, sociale en burgerschapscompetenties, initiatief en ondernemerschapcompetenties, competenties voor cultureel bewustzijn.
[2] http://www.competentindesocialprofit.be/?cid=1&pagina=103-wat-zijn-competenties
[3] http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1023212¶m=inhoud&AID=1166808
[4]
http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/rapporten/clil/ER.pdf
[5] http://www.klasse.be/leraren/39719/vakken-in-vreemde-taal-krijgen-is-wel-goed-voor-het-nederlands/
Abonneren op:
Posts (Atom)