Reeds bij het aanvatten van mijn hogere studies had ik de droom om
les te geven in wetenschappen. Zo wou ik eerst een wetenschappelijke opleiding
doorlopen, gevolgd door de SLO om nadien mijn kennis te kunnen doorgeven. Toen al
bestond mijn droom meer specifiek uit een parttime lesopdracht gecombineerd met
een parttime job in de bedrijfswereld. Dit lijkt me heel interessant omdat je
op deze manier de nieuwste technieken en ontdekkingen uit de bedrijfswereld kan
delen met je leerlingen. Ook je praktijkervaring zelf kan je delen, je spreekt
niet puur over het theoretische aspect maar je hebt een andere voeling met de
materie. Zeker in wetenschappen vind ik het een belangrijk pluspunt dat je deze
praktijk integreert in de lessen. Hetgeen in de bedrijfswereld als belangrijk
wordt ervaren kan je de leerlingen meegeven.
Deze tweezijdigheid heeft voordelen in de beide
richtingen. Naast het voordeel dat je als leerkracht je ervaring kan delen met
je leerlingen, kunnen de leerlingen je ook dingen bijbrengen. Zo kan er bij het
begeleiden van een eindwerk in hoger onderwijs of het begeleiden van een GIP
(geïntegreerde proef) in het secundair onderwijs, zelf ook nieuwe kennis
opgedaan worden. Dit vormt een extra uitdaging voor de leerkracht, zo heb je
naast het zelf bijscholen een extra bron aan informatie en spoort het jezelf
aan om kritisch te blijven.
Waarom de keuze van wetenschappen?
Reeds in het middelbaar volgde
ik wetenschappen-wiskunde 6. Op het einde van het laatste jaar had
ik het heel moeilijk met het maken van een studiekeuze. Wetenschappen intrigeerde me enorm. Er was reeds een tipje van de sluier opgelicht, maar er was nog zoveel te ontdekken. Ongelooflijk hoe de natuur in elkaar zit!
Echter, ik wou ook sociaal contact met mensen meer
bepaald iets betekenen voor mensen of deze helpen. Toen dacht ik bijvoorbeeld
aan sociaal werk. Wetenschappen en een sociale job zijn echter moeilijk te
rijmen als je het contact met de collega’s op de werkvloer achterwege laat.
Tenslotte startte ik aan een wetenschappelijke opleiding, toen nog farmacie,
met in het achterhoofd het sociale aspect te vinden in het doorgeven van mijn
opgedane kennis.
Zoals bovenstaande
figuur illustreert Is het de taak van de leerkracht om de leerlingen te
motiveren. Als het je lukt de leerlingen zo te motiveren dat ze graag naar
school komen, ben je goed bezig! Dit kan je realiseren door de kwaliteiten van
de leerlingen te benadrukken in plaats van telkens te vermelden wat beter
kan. Elke leerling is uniek en moet gerespecteerd worden,
dit vormt ook de grote uitdaging en maakt het onderwijs juist zo
interessant.
De leerlingen kan
je ook motiveren door vakoverschrijdend te werken. Zo moet het mogelijk zijn om
een actueel onderwerp aan te halen in de lessen en creëer je ook een
aanknooppunt. Zo blijft zowel de leerstof meer hangen maar zien de leerlingen ook dat de theorie
getoetst kan worden aan de praktijk.
De rol van de
leerkracht is zoveel meer dan louter onderwijzen. Naast de onderwijzende
functie is er onder andere de opvoedkundige en maatschappelijke rol. Als er
problemen zijn tussen de leerlingen onderling of zelfs tussen de leerkracht en
de leerlingen is het belangrijk dat daar open over gecommuniceerd kan worden.
Daarom vind ik het belangrijk dat een leerkracht tussen zijn leerlingen staat
en geen louter autoritair figuur is. Streng maar rechtvaardig vind ik een
belangrijke eigenschap van een leerkracht.
Tenslotte is het als leerkracht ook belangrijk om te goed te communiceren, zowel naar leerlingen, ouders maar ook naar de collega's en directie. Een goede band met collega's is voor mij belangrijk, zo kan je met hen ook indrukken of bezorgdheden over leerlingen uitwisselen om zo samen te overleggen hoe deze leerling het best geholpen kan worden. Op deze manier wordt de leerling in zijn ontwikkeling, zowel qua kennis als opvoedkundig het best ondersteund.
Tenslotte is het als leerkracht ook belangrijk om te goed te communiceren, zowel naar leerlingen, ouders maar ook naar de collega's en directie. Een goede band met collega's is voor mij belangrijk, zo kan je met hen ook indrukken of bezorgdheden over leerlingen uitwisselen om zo samen te overleggen hoe deze leerling het best geholpen kan worden. Op deze manier wordt de leerling in zijn ontwikkeling, zowel qua kennis als opvoedkundig het best ondersteund.